Wie privé meer dan 500 kilometer in een auto rijdt die op naam van een bedrijf staat, krijgt te maken met de bijtelling. Een uitzondering wordt gemaakt voor bestelauto’s ‘die naar aard en inrichting nagenoeg uitsluitend geschikt zijn voor vervoer van goederen’, maar de rechter is streng
De rechter hanteert de eis bijzonder strikt, zo bleek eind vorig jaar uit een uitspraak tegen de werknemer van een bedrijf dat storingen aan de openbare verlichting verhelpt. De werknemer vond dat hij ten onrechte werd aangeslagen voor het privé-gebruik van een zakelijke bestelauto.
Het ging om een bestelwagen die werd gebruikt voor het verhelpen van storingen aan de openbare verlichting. De Volkswagen Transporter heeft een imperiaal waarop lantaarnpalen kunnen worden vervoerd. Omdat voor het laden en lossen van lantaarnpalen twee mensen nodig zijn, rijdt in de bijrijdersstoel vaak iemand mee.
Echter, zo oordeelde de rechter, deze bijrijdersstoel wijkt niet af van een bijrijdersstoel in andere bestelwagens en is daarom prima te gebruiken door anderen dan de collega van de bestuurder. Van ‘uitsluitend geschikt voor vervoer van goederen’ is volgens de rechter geen sprake. Er zijn in de cabine geen specifieke voorzieningen voor goederenvervoer aangebracht.
Tevens speelt een rol dat de bijrijdersstoel door iedereen is te gebruiken. Zo constateerde de rechter dat de bijrijdersstoel en de vloer schoon zijn. ‘Het is niet zo dat ik zwart ben van het vuil en eerst een overall aan moet over mijn normale kleding heen voordat ik in de auto ga zitten’, aldus de rechter.
De rechtbank in Amsterdam concludeerde dat de Belastingdienst terecht het inkomen van de werknemer met de bijtelling had verhoogd.
Paul van der Kwast is financieel planner en lid van de Vereniging Onafhankelijke Financieel Planners. Voor Z24 volgt hij de fiscale ontwikkelingen op de voet. Ook schrijft hij tweewekelijks een column over personal finance.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl